Noodnummer 101

Opgepast voor overstekend wild

Jaarlijks vinden in onze regio een twintigtal verkeersongevallen plaats met overstekende reeën.

De reeën populatie is de laatste jaren sterk toegenomen.  Het risico op een ongeval met overstekend wild kent een piek in april en mei.   In deze periode gaan ze op zoek naar nieuw territorium om te paren.  Ook tijdens de bronstijd , juli en augustus, neemt de voorzichtigheid en schuwheid af en steken de reeën de rijweg over.  De oversteek gebeurt meestal niet alleen.  Vaak maken de kalveren, jonge reeën, mee de oversteek.  Aanrijdingen gebeuren dan ook veelal  met de achtervolgers.

De meeste aanrijdingen vinden plaats tijdens het ochtendgloren of bij valavond.

De kans op een aanrijding is uiteraard groter in de omgeving van bos of natuurgebied.  Voornamelijk te Ieper in de omgeving van de Palingbeek, Komenseweg en Werviksestraat, is het opletten geblazen.  Ook te Poperinge op de Couthoflaan en de Krombeekseweg vinden jaarlijks verkeersongevallen met overstekend wild plaats.  Zelfs tegen Proven dorp en op de ring van Poperinge tussen Abeelseweg en Werf werden recent reeën waargenomen.  Een volwassen ree heeft een gewicht van 16 tot 35 kg en een schofthoogte van 60 tot 90 cm.  De schade is dan ook vaak aanzienlijk. 

Heel wat inspanningen werden reeds genomen om verkeersongevallen te voorkomen.  Ter hoogte van de risicoplaatsen werden verkeersborden , A27 doortocht van groot wild, aangebracht.  Aan de wegranden werden reewildspiegels geplaatst.  Gehoopt wordt dat het reflecterend licht  van voertuigen het reewild afschrikken en voorkomen dat zij de rijweg dwarsen. Snelheidsbeperkingen worden opgelegd, geurmarkeringen aangebracht en bestuurders worden gewaarschuwd via de lokale media.  De genomen inspanningen blijken evenwel niet voldoende om het aantal verkeersongevallen te verminderen. 

Door de groei van de populatie neemt ook het risico op een ongeval jaarlijks toe.  Permanente waakzaamheid van de bestuurders bij de doortocht van een bosrijke omgeving is dan ook aangewezen. 

Met deze gezamenlijke aanpak hopen we heel wat mensen- en dierenleed te besparen.