Lokalen van jeugdhuizen, sportverenigingen, studentenverenigingen, muziekverenigingen … kunnen ook slachtoffer worden van diefstal.
Er zijn ook een aantal duidelijke risico-periodes voor dit type diefstallen, namelijk periodes van lange inactiviteit. Denk maar aan de blokperiode voor een jeugdhuis, weekdagen voor een jeugdhuis, de sportstop voor een sportvereniging …
De buit kan erg variëren: geld, drank, sigaretten, elektronica, spullen met weinig geldelijke waarde maar wel met grote emotionele waarde … Maar vaak is er veel meer schade voor de vereniging dan buit voor de dief.
Om je lokaal te beveiligen tegen inbrekers (externe dieven) mag je uitgaan van deze twee principes:
- Een dief heeft schrik voor geluid en licht.
Een dief wil absoluut niet gezien worden en heeft dus schrik voor geluid en licht. Buren kunnen daarom een oogje in het zeil houden. Waarom vraag je een buur met een hondje niet om op risicomomenten een extra wandelingetje rond je lokaal te doen? Denk ook na over schriklichten die zeker zijn nut kunnen bewijzen.
- Vandalisme trekt ongenodigde gasten aan
Een lokaal met een onverzorgde buitenomgeving zoals veel rondslingerend materiaal, een gebroken raam, graffiti op de voordeur … zal vandalisme en dieven aantrekken.
Diefstallen uit lokalen van verenigingen kunnen niet alleen gebeuren door externen, maar ook door internen. Het type dader herken je vaak aan de buit die mee genomen wordt. Interne dieven hebben het vaak gemunt op drank, geld of elektronica, omdat ze bijvoorbeeld weten waar alles zit en er zeer goed van op de hoogte zijn dat er bijvoorbeeld nooit een stockcontrole gedaan wordt omdat er geen zicht is op hoeveel sleutels circuleren van de voorraadkamer.
Veel eindverantwoordelijkheden bij een verenigingen zoals sluitdiscipline, sleutelbeheer en goed beheer van het lokaal zelf liggen dus bij meerdere personen, namelijk het bestuur, waardoor het soms onduidelijk wordt wie deze taken opneemt. En op momenten van chaos slaat een dief uiteraard het liefst toe.